maandag 24 oktober 2011

Van Gemeentepolitie Amsterdam tot Regiopolitie Amsterdam-Amstelland

 Van Gemeentepolitie Amsterdam tot Regiopolitie Amsterdam-Amstelland


 











Nadat ik in maart 1971 gesolliciteerd, door de molen gehaald te zijn, werd ik in augustus 1971 als burger-chauffeur te werk gesteld. Dat betekende dat je alle voor-komende chauffeurs-werkzaamheden diende uit te voeren. Van kraanwagenwerk tot het rijden voor de collega's van de recherche en korpsleiding. Voldoende afwisseling dus. Je wist niet van te voren welke werkzaamheden uitgevoerd diende te worden. Je ging zelfs letterlijk en figuurlijk wel eens met de muziek mee. Binnen de gemeentepolitie was de Amsterdamse Politie Kapel. Dit waren muziekanten met een conservatorium opleiding, aangesteld in een politierang, welke o.m. bij officiele gebeurtenissen aantraden en muziek speelden. Bekend waren de optredens op het pleintje binnen het Amsterdams Historisch Museum aan de Nieuwezijds Voorburgwal. Ook traden zij op in de voormalige ronde Lutersekerk, nu het Sonestahotel. Er werden ook menige opnames gemaakt die op LP's zijn verschenen.

























 





















Iets wat er in die jaren ook uitsprong, was het bevorderen van de medezeggenschap binnen de politieorganisatie. Werkoverleg, medezeggenschap etc. werden in die jaren steeds sterker. Komende uit een toch wel rood nest, had ik me bij de afdeling Amsterdam van de Nederlandse Politiebond aangemeld. Ik werd naar vorengeschoven om de groep chauffeurs binnen het overleg te vertegenwoordigen. Eerstens in de Provinciale Raad voor bijzondere groepen. Binnen de politieorganisatie waren verschillende groeperingen werkzaam. De executieve personeelsleden vielen onder het rijksreglement en de niet-executieven onder het ambtenaren reglement Amsterdam. Dus verschillende rechts-posities. Vervolgens kwam er in het afdelingsbestuur NPB een vacature en werd ik – door grote steun van de burgerchauffeurs – gekozen om hierin zitting te nemen. 



 Een aantal aspecten van die periode zijn de grote stakingsacties van de politie, de demonstratie met een optocht naar het stadhuis, in verband met de mogelijke overdracht van de wegsleepafdeling van de politie naar Dienst Parkeer Beheer van de gemeente Amsterdam. Overleg met de toemalige wethouder Verkeer heeft er uiteindelijk toegeleid dat de Dienst Parkeer Beheer een eigen sleepafdeling kreeg, met eigen chauffeurs en kraanwagens.
 
 


En de helaas – achteraf – niet terug te draaien opheffing van de verkeersassistentes binnen de Verkeerspolitie. Het laatste heeft nog geleid in het plaatsen van een artikel – met foto – in een van de weekbladen van Amsterdam. 





Het overleg met de korpsleiding vond ook gescheiden plaats. Voor de executieven was het de Dienst-commissie en voor het gemeentepersoneel de Medezeggenschapscommissie. Ik heb ook het voorrecht gehad om jarenlang – als vrijgestelde – de functie van secretaris van de medezeggenschapscommissie te kunnen opereren.  


Zitting hebbenin het afdelingsbestuur kent ook z'n verassende momenten. Een van deze momenten is geweest het aktie voeren voor de studenten op de opleidingsschool aan de Sloterweg. De wijkagenten hadden een ludieke aktie bedacht om aandacht te vragen voor de salariering van de aspiranten aan de Regionale Opleidingsschool. Daarvoor waren benodigd een tweetal fietsen, geen gewone fietsen, maar super tendems. Eén voor vijf personen en één voor vier personen. En dan een route door de provincie Noord-Holland. Daarbij diende dan ook diverse grote gemeentepolitiekorpsen te worden aangedaan. Zo gezegd, zo gedaan. Tot in de kop van Noord-Holland werd er door de wijkagenten de afstanden afgelegd. 


In die periode heb mij ook kunnen inzetten voor het afdelingsbestuur van de F.N.V. - Amsterdam. In die periode is aan het promotie-team F.N.V. meer inhoud gegeven. Het bezoeken van braderien voor het werven van nieuwe leden, inzet bij de verkiezingen van de 2e kamer waar de actiepunten van het F.N.V. naar voren werden gebracht, vormde meer regel dan incidenteel optreden.

Mede door de invoering van de eenduidige rechtspositie, werden de Dienst- en Medezeggenschaps- commissie in één orgaan ondergebracht. En daarmee was ook de opheffing een feit. Het gemeentepersoneel vielen, samen met het executief personeel, onder het B.B.R.A. en was de noodzaak voor een scheiden overleg vorm niet langer aan de orde. 
Kort na deze periode werd ook de gemeentepolitie in een regiovorm gegoten.
Terug op de werkvloer, wilde ik niet meer mijn werkzaamheden bij het bureau Vervoermiddelen (kraanwagenafdeling) voortzetten. Het verrichten van onregelmatige diensten hadden inmiddels z'n tol gevergd. Ik werd als administratieve kracht geplaatst aan het Bureau Raampoort.



Na verloop vond ik mijn weg naar de CAVO van de Verkeerspolitie aan het bureau Kattenburg. In dit gebouw vond jaren later de opnames van Baantjer plaats. Het is dan leuk om te zien dat de kamers in de opnames nog hetzelfde zijn gebleven als tijdens het gebruik als politiebureau.


Bureau Kattenburg, ten tijde dat het nog een politiebureau was.
Ook hier vandaan werden er - noem het maar - evenementen georganiseerd. Rond 1990 werd de Wet Mulder geïntroduceerd. Om deze wet bekend te maken aan de Nederlandse bevolking werd besloten dat een team met een oude Engelse dubbeldekker bus het land in moest gaan. Gezocht werd naar mogelijkheid om de eventuele locatie met iets anders op te vullen. Dat "iets anders" werd gevonden in een reusachtige parasol. 10 meter in diameter. Deze werd vervoerd in een vrachtauto. Aan mij de eer, vanwege het feit dat ik bij bureau Vervoermiddelen heb gewerkt, om deze vrachtauto te besturen. We zijn met de karavaan o.m. in Sneek, Maastricht, Leeuwarden, de Efteling en Groningen geweest. Slotmanifestatie was in Rotterdam. Daar hebben we in Euromast een diner aangeboden gekregen. Helemaal bovenin.














Zo zijn er nog verschillende momenten die ik heb meegemaakt. Zo werd ik gebeld met de vraag of ik in Alkmaar aan een festijn wilde meedoen. Het moest echter wel in uniform en wat voor een uniform. In Apeldoorn zit de opslag van het Politiemuseum. Daar hebben ze oude uniformen die gebruikt mochten worden voor dit festijn. Leuke dingen moet je nooit afslaan. Zo gezegt, zo gedaan. Een weekend te gast bij de Regio Noord-Holland-Noord.


 Het festijn Alckmaria in Alkmaar (Kaeskoppenstad)

De jaren voor mijn pensionering heb ik gesleten bij de afdeling Verkeers Handhavings Team.

Samen met de rest van het team hielden wij ons bezig met verkeerscontroles, snelheidscontroles met radar en laserguns.













Terugkijkend heb ik me altijd aangenaam kunnen vermaken binnen de dienst. 40 jaar door diverse geledingen te mogen lopen geeft een bevredigend gevoel. Veel is er in die jaren veranderd. We noemen dat de vooruitgang, maar of het een verbetering inhoud. Wie het weet mag het zeggen.

Ik, in ieder geval, hoef me daarover niet meer druk over te maken.








 

Van leren tot werken - 1962 - 1971

1962 - 1971

Nu werd het heel ernstig, losgelaten te worden in de wereld van de werkende maatschappij. Voor mij werd een stageplaats gevonden bij Autopon aan de Ruysdealkade in Amsterdam. Een stageplaats met een salaris als beloning. Je had wel een getuigschrift, maar geen diploma. Zo kwam je dan in een leerprogramma terecht. Vier dagen praktijk en één dag terug in de schoolbanken. De 2e Christelijke Technische School had inmiddels de drie locaties omgeruld voor één vaste locatie, nl. in de van Bremenstraat gelegen in Amsterdam-west. Vooral 's winters was dat best wel moeizaam. Vier dagen werken in de slecht verwarmde garage en één dag zitten in een warm leslokaal.


 















Op een gegeven moment, mede ingegeven met het niet halen van je diploma, is het werken aan en onder een auto ook niet wat je ambitie is. Zo raak je nog wel eens de aandacht kwijt. Werken in een garage was toch niet hetgeen wat ik, m'n hele leven zou willen blijven doen, dus uitkijken naar andere werkzaamheden. 

Beginnende bij een boekbinderij. Ze zochten een chauffeur voor het bezorgen en ophalen van drukwerk. In de praktijk bleek al heel snel dat het chauffeurswerk meer binnen was dan buiten, dus dan maar kijken naar iets anders.

Een beetje in dezelfde lijn, vond ik een baantje bij een reclame service bureau. Gevestigd aan de Amstel een statige lokatie in een voormalige herenhuis aan de gracht. Er zat één maar aan, het was ter opvullen van een plaats van iemand die onder de wapenen was geroepen. Zodra deze zich weer zou gaan melden, moest ik het veld ruimen. Al met al duurde dat een jaar. Werk vol met afwisseling. Uitzetten van werkopdrachten; het laten typen van adressen door thuiswerkers, sorteren van brieven door thuiswerkers om deze daarna bij de post aan te bieden. Leuke projecten kwamen voorbij. Het opzetten van Macro, de Oranjeloterij. Ik verplaatste mij in Morris Minor Bestelwagentje. Een leuke auto voor de wat kleine personen, maar voor de wat langere is het instappen gelijk aan het aantrekken van een schoen die wat krap is. Het prettige van zo'n dinkeytoy was wel dat je hem bijna overal kon parkeren. Kort nadat ik mijn baantje moest opgeven is het reclame service bureau verhuisd naar een pand in nieuw west. Het bedrijf was zogezegd uit z'n jasje gegroeit.


Het volgend baantje duurde ook maar kort. Bij een kunstschildersbenodigdheden winkel vond ik emplooi als bezorger van allerlei zaken voor kunstschilders. 

Maar ja, baantjes als chauffeur lagen - ook in die tijd - niet voor het oprapen. Bij een "groot" levensmiddelenbedrijf in Amsterdam werd een chauffeur voor de bezorging gevraagd. Alles heeft z'n voor en tegens. Zo was het ook met dit baantje. Het bezorgen bleek te bestaan uit bananendozen vol met boodschappen naar vier hoog sjouwen. Soms een bedankje, maar dat was een uitzondering. De vestiging in west was tevens het "distributiecentrum" voor filialen in de stad. Eerst naar de Centrale Markthallen voor fruit. Mandarijnen, niet te duur. Zelfs de goedkoopse waren te duur. Als ze gekocht werden, moesten ze dezelfde dag aan de man gebracht worden anders werden ze vanzelf groen.

De Vana was tot aan de jaren zeventig een keten van kleine kruidenierswinkels. In Amsterdam had je er veel in arbeidersbuurten. De naam Vana is ontleend aan de naam van de eigenaren: de familie Van Amerongen. Met andere woorden “merongen” is hier opzettelijk weggemaakt. Verder kun je Vana ook lezen als “van a”, om vervolgens zelf in te vullen “naar b”, of naar wat dan ook.

Het vervoer bestond uit een volkswagenbusje dat z'n betere tijd heeft gekent. Zowel aan de rechterzijde als aan de linkerzijde bestond er een natuurlijke aircondision. s'Winters koud, in herfst nat en s'zomers heet. Na een controle door de verkeertechnische dienst bleek dat het voertuig in een zodanige staat was dat verder rijden dan terug naar de zaak niet werd goed gevonden. Dezelfde dag reed ik in een ander voertuig dat voldeet aan alle eisen die van een voertuig verlangd kan worden. Zo hield ik het ook maar voor gezien bij deze werkgever. 


Het type vrachtauto (Bedford) wat
voor de bezorging werd gebruikt
Dat brengt me bij de Melkunie in de 1e Jan Steenstraat. In plaats van onder de motorkap achter het stuur. Groot rijbewijs had ik al, dus die hobbel hoefde ik niet te nemen. Wel was het vroeg beginnen, maar dat had ook z'n charme. |
Mijn taak was melk en aanverwante artikelen bezorgen bij zelfbedienings-zaken, zoals Albert Hein etc. Dat hield tevens in dat de vrachtwagen pas na half elf mocht uitrijden. Eerst diende de melkrijders geladen te worden. Wat wel eerst geladen diende te worden waren de schoolmelkrijders. Ik was ingedeeld bij de schoolmelkrijders. Dat gaf me de gelegenheid om het ontstaan en het begin van de bouw van de Bijlmermeer mee te maken. s'Morgens vroeg in de Bijlmer de konijntjes en ander dieren – die je nu niet zult tegenkomen – voor je bumper langs te zien lopen gaf de betrekkelijkheid van de natuur binnen Amsterdam weer. Wat nog even leuk is om te vermelden, is dat ik was opgenomen in het pensioenfonds van de N.M.U. Zo kan ik uitkijken naar een pensioen van rond de vijf euro per maand als ik de pensioengerechtigde leeftijd bereik.
De Melkunie 1e Jan Steenstraat
in vroeger tijd

 Een saillant detail is dat de fabriek tegenover de Technische School stond. Stond, want nadat de fabriek gesloten en afgebroken werd zijn er op die plaats appartementen gebouwd.











Ook aan dit feest kwam een eind. Een op handen zijnde reorganisatie, verplaatsing van de fabriek en de verplaatsing van het distributie centrum gaf mij aanleiding om te zien naar een andere baan en na wat omzwervingen was er een vacature bij de gemeentepolitie.

zondag 23 oktober 2011

Mijn jeugd in Amsterdam - Technische School Patrimonium

LTS Patrimonium

Weer een fase afgesloten. De voortgezette opleiding werd de 2e Christelijke Lagere Technische School "Patrimonium".
Het toelatingsexamen moest ik doen aan de 1e Christelijke Lagere Technische "Patrimonium" aan de Wibautstraat.


De lokaties van de 2e Christelijke Lagere Technische School waren verspreid over het oostelijke stadsgedeelte van Amsterdam.
- Nwe Herengracht:
- Valckenierstraat;
- Lepelstraat, deze lokatie werd opgeofferd aan de aanleg van de metro in de Weesperstraat. De nieuwe lokatie werd de 1e Jan Steenstraat.

Lokatie Nieuwe Herengracht
De Nieuwe Herengracht werd voornamelijk gebruikt voor de theorielessen. Zo werden we ingewijd in de geheimen van de stoommachines. De docent - zijn naam ben ik helaas vergeten - leek in mijn ogen een pensioneerde stoker. Hij gedroeg zich dan ook als iemand van de werkvloer. In de hoek van het lokaal stond een vuilnisbak en die gebruikte hij als doelwit voor z'n pruimtabak. Met een mooie boog spuwde hij z'n speeksel in de bak. We hebben eigenlijk nooit geapplaudisseerd. Een andere docent trachtte ons de beginselen van de Nederlandse taal bij te brengen, echter er was één maar; hij kon geen orde houden. Later zou ik begrijpen dat het beroep van docent niet zo eenvoudig is. Als ik daar aan denk krijg ik nog steeds spijt van het "pesten". Op een dag, het was erg mooi weer en het lokaal waar we zaten was op de bovenste verdieping in een soort serre-achtige zaal, werd de reactie van docent getest op het gebruik van stinkbommetjes. Het stinkbommetje deed z'n werd en de docent had onmiddellijk het plan opgevat om plaats te nemen - in de gang achter de deur met een glazen raam. Zodoende kon hij ons zien hoe of ons gedrag was in de ondraaglijke stank. Later bleek dat hij, als hij zag dat een der leerlingen er de pret van de stinkbommetjes inzag, deze terstond uit de klas verwijderde. Waarschijnlijk heb ik de lol van dit fenomeen ingezien, want ik was de eerste die de klas uit mocht vanwege de pret die ik had in het gebruik van dit middel. Bevrijd van die smerige lucht, was ik de docent dankbaar de klas te mogen verlaten. Wat het gevolg was van deze actie is niet meer terug te vinden in mijn herinnering.

Lokatie Valckenierstraat
De Valckenierstraat werd voornamelijk gebruikt voor de praktijklessen. Houtbewerken, plaatwerken, smeden etc. Op Schoolbank.nl werd ik weer herinnerd aan de docent die ons de techniek van het smeden bij bracht. Meester Versteegh. Een wandelende klerenkast met handen waarin mijn handen in verzopen. Als ik er aan denk voel ik nog zijn hand op en bijna in mijn schouder bij het maken of heet het proberen van een creatie van metaal. Een stuk staal dat de vorm moest krijgen van een beitel. Hij pakte de tang uit mijn handen, liet het vuur tot een ware hoogoven komen. Het staal was roodgloeiend, sloeg het staal op het aambeeld en met een paar klappen leek het bijna op het gewenste eindproduct. "Zo doe je dat, jongen." bromde hij dan en zocht daarna een ander slachtoffer.
Plaatwerken vond ik wel leuk, alleen het lassen van dikke platen leverde meer gaten op dan dat de bedoeling was. Gek genoeg ging het beter met dun plaatwerk.

Lokatie 1e Jan Steenstraat.
De open vlakte voor de school was het gebouw van de Melkunie. Wat ik me van de Lepelstraat nog kan herinneren, was metaal bewerken. Een blokje ijzer vlak en haaks vijlen. Dan leek het vlak, maar was het niet haaks. Leek het haaks was het weer niet vlak. Maar ja, je was bezig. Een ellelange geschiedenis. Ik was niet in de wieg gelegd voor het vijlen van een stukje metaal.

Na de verhuizing van de Lepelstraat naar de 1e Jan Steenstraat, was Automobieltechniek de hoofdzaak van de opleiding. Het vak technisch tekenen vond plaats op - ik zou haast zeggen op zolder - de bovenste verdieping. De docent vond dat naast de intensieve studie de geest ook wel eens de vrije hand mocht hebben. Bij het verlaten van het lokaal zei hij altijd: "Jongens, ik moet even weg, wat jullie in die tussentijd doen maakt mij niet veel uit. Echter als het een rotzooitje wordt, ruimen jullie dat wel op." Het gevolg was dat er gekeet werd, maar bij zijn terugkomst de rommel wel was opgeruimd.

Een traditie op de technische school was dat de leerlingen met een goed eindrapportcijfers werden uitgenodigd voor een week naar Groot Brittanie. Er werd echter wel een voowaarde aan verbonden. Voor het zakgeld dient gewerkt te worden. Ik was een van de gelukkigen die mee mocht op deze - voor mij de eerste - grote reis. Allerlei klusjes werkte mee om mijn zakgeld op peil te brengen. Van autowassen van de docenten tot het helpen met het inrichten van een magazijn in Amersfoort brachtte voldoen penny's in my pocket.
Op een vrijdag stapte we op de boottrein naar Hoek van Holland. Aan boord vonden we ons slaapkwartier in een grote zaal beneden deks. Aangekomen in Harwich namen we de trein naar Londen. Vlakbij Clapham Common was een jeugdhotel waar wij werden ondergebracht. Wat ik me daarvan herinner was dat vanuit het raam een politiebureau was te zien. Zondagmiddag werden we bij gastouders ondergebracht. De vader van de familie waar ik werd ondegebracht bleek een taxi-chauffeur te zijn in Londen. Ik heb nog een ritje in een London Cabby mogen meemaken. Maandagmorgen reisde we af naar de school waarmee het uitwisselingsprogramma onderhouden werd. Daarna in een bus onderweg naar Surrey. In een klein plaatsje - Ewhurst - was een schoolkamp: "Sayers Croft".
 

















De 'dormentories' waren onze slaapplaatsen, een grote slaapzaal. Omdat het schoolweekje onder viel in leerplichtwet, moesten we in een klaslokaal plaatsnemen om de instructies en later de uitwerkingen van de dag door te nemen.
Tal van activiteiten werden er in de resterende tijd gestopt. Veel wandelingen in de omgeving: o.m. Cranleigh, Guildford, een dagje bij olie-raffinaderij van BP, een bezoek aan H.M.S. Victory in Portmouth aan de Britse zuidkust.
 


















Van de deelnemers heb ik nog een lijst van namen:
R. Ran - T. Westdorp - K. Witte - J. Brinkman - H. Driehuis - D. Leijenaar - D. Nederveen - T. Tollenaar - J. Croese - R. de Gelder - E. Goede - J. de Groot - F. Hardevelt - J. Jaasma - L. Ossebaar - H. de la Chambre - J. Pijlman - J. v.d. Raamsdonk - W. v. Rekum - K. Snieder - H. Kuyt - J. Prins - R. Beek

Van de docenten (reisleiders): G. Rootert - B. Ockhuysen(plaatwerken) - F.K. Soetens
Mochten er bekende namen in voorkomen, dan graag even een berichtje. Mogelijk dat er nog eens reünie uit voort kan komen. Foto's van ons reis zijn ook van harte welkom.
De technische school werd afgesloten met een getuigschrift.












Mijn jeugd in Amsterdam - lagere school - reunie 2000




De reünie juni 2000


Op initiatief van Wilto Bouterse en Ger Jagerman is in 2000 het idee gegroeid om de klasgenoten van de zesde klas van het schooljaar 1960 - 1961 weer bij elkaar te krijgen.


Van de ruim veertig leerlingen hebben de meeste op 3 juni 2000 weer kennis kunnen maken met hun medeleerlingen van de klas van meester Hulscher. Ook meester Hulscher en zijn vrouw waren bij deze gelegenheid aanwezig.

Beelden van herkenning.

Soms was het even raden.

Als lokatie werd gekozen voor het gebouw van de Hebronstichting in de Polanenstraat. Helaas is heeft het oude schoolgebouw moeten plaats maken voor woningbouw. 

Een impressie van deze gezellige gebeurtenis.



























Dan nog even een groepsfoto.

Al met al, een geslaagde reunie. Alleen van de belofte om dit ieder vijf te doen is weinig overgebleven.