dinsdag 22 januari 2013

Spaarndammerdijk

Spaarndammerdijk

http://www.neerslag-magazine.nl/userfiles/image/websites/water_neerslag/gfx/articles/migrated/03_1_1.jpg

De primaire waterkering Velsen - Amsterdam-West
Deze waterkering, ook wel bekend als de Spaarndammerdijk, is eigenlijk een aaneengesloten stelsel van dijken en loopt van Velsen tot aan Amsterdam West. De kering is 39 kilometer lang. Naast waterkerende functie biedt de dijk ook ruimte aan agrarische activiteiten, aan wonen en is de dijk in gebruik als grondlichaam voor een weg. Vanwege de bijzondere cultuurhistorische en landschappelijke waarde is de dijk tussen Spaarndam en Halfweg een gemeentelijk monument. Het dagelijks beheer berust bij de onderhoudsplichtigen aan wie Rijnland de percelen in eigendom heeft gegeven dan wel heeft verpacht.


De geschiedenis van de Spaarndammerdijk.
Tot 1865, toen met de aanleg van het Noordzeekanaal en de bouw van de Oranjesluizen bij Schellingwoude werd begonnen, kwamen eb en vloed vanaf de Noordzee en via de Zuiderzee en het IJ van twee kanten af op de Hollandse duinenrij. In het Houtrak, het water achter de Spaarndammerdijk en de buitenkade van de Inlaagpolder en van het Buiten-IJ gescheiden door het eiland Ruigoord, was de golfbeweging toen al een natuurlijk verschijnsel.

Het water werd aan de zuidkant toen al vele eeuwen gekeerd door met name de Spaarndammerdijk, gelegen vanaf de sluizen van Spaarndam tot aan Halfweg. Direct achter de dijk lagen Polanen, Houtrijk, 't Hoff Ambacht en het Ambacht Spaamwoude en iets verder de stad Haarlem aan het Spaarne, dat bij Spaarndam werd afgedamd. In de loop van de twaalfde eeuw was de Oude Rijn, van belang voor de afwatering van het gebied van Rijnland en Woerden, bij de uitmonding in zee bij Katwijk geheel verzand. Het overtollige water stroomde toen via de Leidse Meer, de Haarlemmermeer en het Spaarne in noordelijke richting naar het IJ en zo naar de Zuiderzee.

Bovendien vonden er toen in het Rijnlandse veel veenontginningen plaats, waardoor het water versneld een uitweg zocht naar zee. Toen de dam in het Spaarne gelegd werd, werden in verband met die afwatering van Rijnland en Woerden in de dam tien spuisluisjes gebouwd, die bij eb het overtollige water op het IJ konden lozen; bij vloed werden de sluisjes weer gesloten. Woerden en de ambachten van Rijnland moesten de kosten van de spuisluisjes dragen. Een aantal ambachten werd gezamenlijk verantwoordelijk gesteld voor het onderhoud van een spuisluisje dat dan ook werd genoemd naar het voornaamste ambacht van die groep.
Zo waren er in Spaarndam in de middeleeuwen een Alphersluis, Hazewoudersluis, Alkemadesluis, de sluis van Rietwijk en Nieuwerkerk, Noordwijkersluis, Aalsmeerdersluis, de sluis van Zoeterwoude, de Haarlemmersluis en eerst drie en uiteindelijk één Woerdersluis; deze laatste hardstenen sluis, gebouwd in 1611, resteerde als enige spuisluis en bleef als monument karakteristiek voor het dorpsbeeld van Spaarndam tot op de dag van vandaag. Het bestuur van de dijken en sluizen viel onder de Hoogheemraadschap Rijnland, dat eerst in Spaarndam en later ook in Halfweg zogenaamde gemeenlandshuizen had die dienden als ambtswoning van de dijkgraaf. Het Rijnlandhuis in Spaarndam, dat waarschijnlijk dateert van 1641 en recentelijk is gerestaureerd, staat aan het begin van de Spaarndammerdijk en is oorspronkelijk een bijgebouw van het oude gemeenlandshuis; in 1648 werd in Halfweg het Huis Zwanenburg gebouwd, waarin in 1865 - de Haarlemmermeer was inmiddels drooggelegd - de Eerste Beetwortel Suikerfabriek werd gevestigd.

Op het IJ werd gevist met een soort voorloper van de botter. Het net werd aan stokken achter het schip bevestigcl en zo over de bodem gesleept en de gevangen vis werd bewaard in de bun. Maar de voornaamste scheepvaart was het handelsverkeer tussen de Duitse hanzesteden en Vlaanderen, waarbij de route via Spaarndam en de Hollandse binnenwateren naar Gouda vanaf de dertiende eeuw de voorkeur kreeg boven het Utrechtse traject over de Vecht en de Lek. Vanaf de vijftiende eeuw begon ook de vaarweg over de Noordzee een belangrijke rol te spelen, maar afgewogen tegen de gevaren van slecht weer en zeerovers werd het ongemak van de vele sluizen en bruggen graag voor lief genomen; bovendien kon dan ook de belangrijke handelsstad Amsterdam worden aangedaan.
In het begin van de zestiende eeuw brak de Spaarndammerdijk diverse malen door waarbij veel land onder water kwam te staan - tot Leiden aan toe. In de buurt van Haarlem, Leiden en Amsterdam gingen de bomen dood door het zoute water, hetgeen voor deze steden aanleiding was om zich met het herstel en later het beheer van de dijken te gaan bemoeien. De herstelwerkzaamheden kostten veel geld. Toen de laatste doorbraak bij Halfweg net gedicht was en vervolgens weer bezweek was het landverkeer tussen Amsterdam en Haarlem, dat in die tijd de Spaarndammerdijk volgde en vanaf Spaamwoude via de Kerkweg en de Oude Weg bij de Spaarnwouder Poort in Haarlem kwam, voor lange tijd gestremd: het geld was op.
De nieuwe landsheer Karel V - ingehuldigd op 15 juni 1515, toen 15 jaar oud - verbood toen de St. Pietersaflaat in zijn gebied, bestemd voor de bouw van een nieuwe Sint Pieterskerk in Rome. Zo kon paus Leo X ertoe worden gebracht om op 7 september 1515 een nieuwe aflaat af te kondigen: de dijkaflaat, waarvan de opbrengst onder andere ten goede kwam van het dijkherstel. In het begin van de Tachtigjarige Oorlog was de Spaarndammerdijk een belangrijk strijdtoneel. Spaanse troepen onder leiding van Alva's zoon Don Frederik wilden in het najaar van 1572 via de dijk Spaarndam innemen om zo het opstandige Holland in te sluiten en de stad Haarlem te belegeren. Aanvankelijk werden zij vanaf het IJ en vanachter schansen bij Spaarndam bestookt en po afstand gehouden door de geuzen, die daarbij ook de dijk doorstaken en zo de binnenpolders onder water zetten, maar in december viel Spaarndam en werd Haarlem omsingeld.
De doortocht van Spaarndam via de Liede en het Spaame naar de Haarlemmermeer werd echter steeds weer geblokkeerd, zodat de geuzen de stad vanaf die kant nog lang konden bevoorraden. Op 29 maart 1573 groeven de Spanjaarden bij Halfweg de Spaarndammerdijk door en kon de vloot van Bossu via het Houtrak en het Spieringmeer de Haarlemmermeer bereiken. In mei werd de geuzenvloot tenslotte in de Slag op het Haarlemmermeer verslagen en op 13 juli gaf Haarlem zich over.
Het navolgende artikel handeld ook over de Spaarndammerdijk. Het is overgenomen uit "Landschap Noord-Holland".
Uw landschap in vleugelvlucht.
Er zijn dijken die veel te vertellen hebben, ook al liggen ze verloren en overbodig in het landschap, omdat ze door de tijd zijn ingehaald. Zo ook de Spaarndammerdijk, waar tegenwoordig nog wel eens een trekker rijdt of mensen fietsen, maar die ooit dé verbindingsweg was tussen Haarlem en Amsterdam. U kent het dijkje vast wel, want rijdend op de A9 raas je er dwars overheen en dan zie je liggen links en rechts van de snelweg.

Sinds de aanleg van het Noordzeekanaal en de inpoldering van het IJ, heeft de dijk rust gekregen, maar in de eeuwen daarvoor was hij zo belangrijk dat zelfs de Paus zich emee heeft bemoeid.
Uit het archief van het Hoogheemraadschap van Rijnland zijn de twee volgende artikelen:
1544: Overeenkomst onderhoud van de Spaarndammerdijk
1675: Laatste doorbraak van de Spaarndammerdijk


1544: Overeenkomst onderhoud van de Spaarndammerdijk

De Spaarndammerdijk, tussen Amsterdam en Spaarndam, was al in 1253 de belangrijkste verdediging tegen het IJ en tevens de noordelijke begrenzing van het hoogheemraadschap van Rijnland. De eigenaren van grond aan de dijk hadden dijkplicht oftewel onderhoudsplicht. In geval van een dijkdoorbraak waren ook de overige inwoners van de ambachten (dorpen) die langs de Spaarndammerdijk lagen verplicht bijstand te verlenen. De dijk had namelijk regionale betekenis, de ambachten konden schade oplopen van dijkdoorbraken.
Door de regionale betekenis werd al in de oudste oorkonde waarin de heemraden van de Spaarndam genoemd werden (1255) bepaald dat zij inspraak zouden hebben bij eventuele werkzaamheden aan de dijk. In latere tijd werd bepaald dat de heemraden de dijk, samen met de baljuw, ook ten minste drie keer per jaar moesten schouwen, dit betekende dat de werken aan de dijk gecontroleerd werden en bijbehorende boeten aan nalatigen werden uitgedeeld. Daarnaast werden overtredingen, bijvoorbeeld beschadiging van het dijklichaam, door de heemraden berecht.
Het systeem van onderhoud werd tot in de 16e eeuw niet aangepast terwijl de dijk hoger en breder werd en duurder in onderhoud, omdat het hoogwaterpeil in het IJ steeg. Een groot deel van de 16e eeuw was er strijd over het "gemeen maken" van de dijk oftewel het gemeenschappelijk maken van de dijk. Daarbij nam het hoogheemraadschap het onderhoud in eigen beheer en verdeelde de kosten via een omslag over alle belanghebbenden. De dijkplichtigen wilden deze gemeenmaking, maar Rijnland niet. De dijkdoorbraken van 1508-1515 zetten het onderhoud hoog op de agenda. Rijnland probeerde van de kosten verschoond te blijven. De inwoners van de ambachten konden de schade niet herstellen en de rekening niet betalen. Het Hof van Holland verbood Rijnland de kosten op de ambachten te verhalen. In 1529 spanden de dijkplichtigen een rechtszaak aan tegen Rijnland. Zij eisten dat Rijnland het gewone en buitengewone onderhoud zou overnemen. De kosten zouden via een omslag verdeeld moeten worden over zowel de ingezetenen van Rijnland als die van de dijkambachten. Als alternatief kon deze regeling gelden bij buitengewone schade. De processen leverden niets op, maar in de praktijk kwamen de kosten toch op Rijnland neer.
Het akkoord van 1544
In 1544 sloten de besturen van de dijkambachten (Sloten, Sloterdijk, Osdorp, De Geer, Houtrijk en Polanen) een belangrijke overeenkomst met Rijnland. Rijnland nam het maken en onderhouden van bolwerken (houten beschoeiingen op doorgebroken gedeelten) over, evenals het onderhoud van de dijkstukken die door eigenaren verlaten waren of verlaten zouden worden. Als laatste zou het hoogheemraadschap zorgen voor dichting van alle gaten en verhoging van de dijk met 4 voet (1.26 meter) op kosten van Rijnland en de ambachten gezamenlijk. De schouten en schepenen van de dijkambachten beloofden op hun beurt namens de dijkplichtigen de dijk te onderhouden en te repareren volgens de keur van dijkgraaf en hoogheemraden.

http://stadsarchief.amsterdam.nl/presentaties/amsterdamse_schatten/verkeer/spaarndammerdijk/.2BRjAz.jpeg



Aan deze overeenkomst werd een verklaring gehecht van schout, burgemeesters, schepenen en raad van Amsterdam dat zij de overeenkomst tussen Rijnland enerzijds en schout en schepenen van Sloten, Sloterdijk, Osdorp, De Geer, Houtrijk en Polanen anderzijds op verzoek van Sloten c.s. medebezegelen.
De dijkplichtigen werden namelijk gesteund door Amsterdam. Amsterdam had ook belang bij de dijk, omdat die bescherming bood aan de landweg die van de Haarlemmerpoort in Amsterdam via het veer van Spaarnwoude naar Haarlem liep.

1675: Laatste doorbraak van de Spaarndammerdijk

Eeuwenlang was de Spaarndammerdijk de belangrijkste dijk ter bescherming tegen stormvloeden die via de Zuiderzee en de zeearm het IJ het land bedreigden. Spaarndam was de zwakste schakel in de zeewering. Daarom beschikte Rijnland daar over over een gemeenlandshuis en woonhuis voor de opziener en een opslagplaats voor dijkmaterialen en een reparatiewerkplaats. Als de nood aan de man was, was Rijnland met mensen en materialen onmiddellijk ter plaatse. De dijk was van groot belang, omdat bij het bezwijken ervan al het land tot Leiden toe onder water liep.

In de nacht van 4 op 5 november 1675 woedde er een hevige noordwesterstorm. Op het gemeenlandshuis luidde het noodklokje en de mannen van Spaarndam gingen er door het noodweer op uit om in tweetallen de dijk te bewaken. Elk koppel bewaakte een strekking van 500 meter. Enkele van de hardstenen paaltjes op de dijk waarmee de strekkingen werden aangegeven staan er nog.
Ondanks alle voorzorgsmaatregelen en toezicht ging het toch mis. De Spaarndammerdijk, die lange tijd een veilige bescherming had geboden, brak door. Ter hoogte van paal 18 ontstond een gat van ongeveer 140 meter breed en gemiddeld 10 meter diep. Vanaf de duinen tot Naarden stond het land onder water en in Amsterdam liepen kelders en pakhuizen onder en stroomde het water over de Dam en de Nieuwendijk. Een ramp van grote omvang was werkelijkheid geworden. Met man en macht probeerde men de dijk te dichten, onder andere met afgedankte schepen als caisson. Terwijl de herstelwerkzaamheden in volle gang waren, brak de dijk opnieuw door. Nu werd een nóg krachtiger poging ondernomen om het gat te dichten. Het duurde nog tot maart 1676 voordat men dit voor elkaar had en het land drooggemalen was. Opgelucht haalde men adem.
Tussen 1676 en 1806, toen de Spaarndammerdijk op het huidige niveau werd gebracht, ging het daar gelukkig niet meer mis. Elders in Nederland waren er in die periode wél stormvloeden en overstromingen, namelijk in 1682, 1686, 1703 en 1717. Na vele eeuwen verdween het gevaar voor een doorbraak van de Spaarndammerdijk definitief met de afsluiting van het IJ in 1872 en de aanleg van het Noordzeekanaal in 1876.

Wat ons nu nog herinnert aan de beschreven gebeurtenis is een langs een recreatieve fietsroute gelegen onschuldig plasje in Halfweg, genaamd ‘De Groote Braak', waarin de visvereniging met dezelfde naam het visrecht verpacht en de kinderen uit de naburige woonwijk bij het water spelen.




 Via de volgende foto-route kunnen plaatsen ontdekken die men tegenkomt, of zou tegenkomen, die er nog zijn of die door de "vooruitgang" er niet meer zijn.

Te beginnen bij hoek Spaarndammerstraat en Spaarndammerdijk.


Vandaar rechtaf richting Hembrugstraat.


Met op de hoek koffiehuis "Kaaiman"


Rechtdoor komen we bij de bocht van de Spaarndammerdijk.


De "gemeentewoning blokken zijn ontworpen door Ing. Basel en onlangs weer in de oude staat (aan de buitenkant) teruggebracht. Het zijn ook nu rijksmonumenten. Lopen we iets verder komen bij de Uitgeeststraat. De ouwe Spaardammerbuurters kennen dit stukje straat ook als "De Kom", dat heeft te maken met de vorm van de straat.


Vanaf het Zaandammerplein kan men, middels een trap naar de Spaarndammerdijk komen. Het geeft meteen het beeld dat de Spaarndammerdijk werkelijk een dijk is.

Dat brengt ons tot het volgende kruispunt, de Spaarndammerdijk en de Oostzaanstraat.


Hier draaide vroeger lijn 12 de Oostzaanstraat in. Nu rijdt er een bus, die een verbinding heeft met Amsterdam-Oost.


Het blok wat bonden is met het Zaanhof

 Dit doorkijkje benadrukt ook hier dat de Spaarndammerdijk een dijk is.Via trappen komt men uit op het Zaanhof.

De kruising Spaarndammerdijk en Zaanstraat wordt gedomineerd door het Brediusbad. Een openluchtbad dat in de zomer vele bezoekers trekt. In eerste instantie was de ingang aan de Zaanstraat, Na een grondige herinrichting en verbouwing is de ingang opgegaan in het Art Hotel.


Voor de ingang van het zwembad staat een sculptuur van de gebroken cirkel. Voor dat dit sculptuur, wat overigens eerst bij het belastingkantoor aan de Wibautstraat heeft gestaan, stond hier een gedenknaald gewijd aan Ir. W.A. Froger.

lokatie Wibautstraat

lokatie Brediusbad

Deze zuil heeft nog even bij het Centraal Station gestaan en is daarna opgeslagen door de gemeentelijke monumenten afdeling met de bedoeling dat deze, na realisering van de bouwwerkzaamheden van de Piet Heinkade, terug te plaatsen. Tot op heden is daar niets van gebleken. Eigenlijk zou de zuil weer op z'n oude plek teruggeplaatst moeten worden. 

Op de zuil is een plakkaat aangebracht met de tekst:
Ter nagedachtenis aan 
Willem Anthonie Froger
1812 - 1883
Die Amsterdam een nieuwe
weg naar de zee wees.

Kijken we vanaf het brediusbad rechts, dan zien we de Nieuwe Hemweg.  Bij de ingang van het Houtveem stond vroeger een houtsculptuur dat 's avond met schijnwerpers verlicht werd.
De Centrale Hemweg dankt zijn naam aan de Hemweg.

Aan het einde van de Nieuwe Hemweg kun je met de pont naar Zaandam.

Naast de huidige tunnel van de Transformatorweg was vroeger een spoorwegovergang. Links van de Spaarndammerdijk waren de speelvelden van de voetbalclub De Germaan.  Meteen aan de rechterkant was een speeltuin waar voor een dubbeltje entree de hele dag kon spelen. Helaas heb van deze speeltuin geen enkele foto kunnen terugvinden.Ook niet van de Katholieke speeltuin, waarvan je lid moest zijn om te mogen spelen.


Volgen we de Spaarndammerdijk, dan komen langs de begraafplaats St. Barbara, van oorsprong een katholieke begraafplaats.




We zijn nu in de Overbrakerpolder. Op deze oude kaart zijn in de bruine vlakken de sportvelden aangegeven. In dit gebied zijn er nog een aantal boerderijen geweest. Van enkel zijn er nog foto's bewaard gebleven.







Het verleden tussen dijk en spoor


Vandaag de dag staat de boerderij aan de Spaarndammerdijk in het Westerpark bekend als buurtboerderij ‘Ons Genoegen’, maar ver terug in haar geschiedenis was dit ‘Hoeve Hogenes’, de vee boerderij van de familie Hogenes.
Tot ver in de 17e eeuw was de Spaarndammerdijk de enige route tussen Haarlem en Amsterdam. Deze dijk beschermde het Rijnland eeuwenlang tegen stormvloeden die via de Zuiderzee en het IJ het land bedreigde. Menig maal brak deze dijk door, maar door de verdere inpoldering van het gebied in 1872 verdween dat gevaar. Ten tijde van de bouw van boerderij Hogenes deed de dijk alleen nog maar dienst als verbinding tussen de grote stad en Haarlem.
Rond de bouw van de boerderij in 1880 vormde de Spaarndammerdijk nog de rand van de stad Amsterdam. De Overbrakepolder, de naam van het gebied rond de boerderij, was voornamelijk landelijk gebied. Net voor de Tweede Wereldoorlog werd dit gebied bij de stad betrokken, met als bestemming overwegend industriegebied. Dit ging ten koste van grote delen van de Spaarndammerdijk. In de loop van de 19e eeuw zijn grote delen van de Overbrakepolder verloren gegaan. Het stuk waar de boerderij zich bevond bleef echter gespaard, omdat dit gebied de bestemming ‘plantsoen’ kreeg toegewezen. Zo is de boerderij en het aangrenzende stuk Spaarndammerdijk behouden gebleven en momenteel een zeldzaam stuk historisch Amsterdam.
Tot laat in de 20e eeuw werd de boerderij bewoond door de familie Hogenes. Na de dood van meneer Hogenes bleef mevrouw Hogenes achter. De boerderij raakte in verval en men kwam er achter dat ook mevrouw Hogenes het huis had verlaten. De boerderij viel onder het bezit van stadsdeel West en raakte nog verder in verval. In 2001 stond de sloop van deze vooroorlogse boerderij op de agenda, dit werd voorkomen door de bezetting vanuit de kraakbeweging. Onder de vlag van ‘Vereniging Buurtboerderij Ons Genoegen’ werd de boerderij provisorisch opgeknapt. De boerderij fungeerde vanaf dat moment als culturele vrijplaats met allerlei kleinschalige activiteiten, feesten en een bescheiden horeca.
In 2007 ging het stadsdeel in tegen de bezetting van de boerderij. De boerderij was sterk in verval en restauratie was noodzakelijk. Uiteindelijk is er een samenwerkingsverband aangegaan tussen de vereniging, het stadsdeel en Mentrum. Het stadsdeel restaureerde de boerderij op voorwaarde dat de boerderij een functie vervulde voor de cliënten van het Time-out hotel van Mentrum, dat tegelijkertijd naast de boerderij werd gebouwd.



Mede door de aanleg van de spoorbaan voor de Schiphollijn is een groot gedeelte van de Amsterdamse Spaarndammerdijk geofferd. Zo moeten we via een omweg naar Sloterdijk. 


Via de Sloterdijkweg komen we uiteindelijk bij Sloterdijk.




































Zoek de verschillen. Het "beroemde" Sloterdijkbakkertje, van de krentenbroden.















Hier houdt tegenwoordig Sloterdijk op. In vroeger dagen liep Sloterdijk in een halve cirkel.



Wat eens een kale vlakte was, is nu een bruisend kantoorgebied. En in de verte is nu het recreatie gebied de Bretten.

En vervolgde de weg zich tot een T-splitsing, enerzijds de Spaarndammerweg en anderzijds de Velserweg.
Beide wegen zijn opgeslokt door de Coentunnelweg en het bedrijvengbied Sloterdijk. Niet eerder dan ij de Bretten kunnen we gedeeltes terugvinden van Spaarndammerdijk. Het stationnetje Sloterdijk is verplaatst en is nu een knooppunt van sporen.




Voor de Spaarndammerdijk in de Spaarndammerbuurt heeft men allerlei plannen ontwikkeld, maar of deze ooit gerealiseerd zullen worden?


Tot zover mijn verhaal van de Spaarndammerdijk. Via het internet ben ik aan veel foto's gekomen en ook gedeelte van de verhalen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten